In aarden vaten.
Hoe groen is alles nu: in mei
vult duizend tinten in, die later
niet meer te vinden zijn: de wei
bezaaid met madelieven, wortels,water
drinkend uit de bron of uit de lucht.
Mijn hart wacht wel nog, kent verlangen,
soms heimwee ook, naar zang en zucht
ze blijven hier aan kleine dingen hangen.
Ons leven: steeds weer zoeken, vragen,
herkenning ook en dwars doorheen de
dagen een lied dat altijd nieuw is,
een voorsmaak, een geheimenis.
Zo dragen wij de schat in aarden vaten
die wij eens moeten achterlaten.
Adelyd.